Varen in de winter

We varen het hele jaar door. Als het water kouder wordt, moet je je uitrusting aanpassen. De basisregel bij KVZ is dat we winteruitrusting dragen zo lang het wintertijd is - dat betekent grofweg bij een watertemperatuur kouder dan 15 graden Celcius. Gedurende de wintertijd is een winteruitrusting verplicht.

Risico's

Kanovaren in de winter kan dezelfde bijzondere sensatie geven als skiën of schaatsen, maar je moet je wel bewust zijn van het risico op onderkoeling en je voorbereiding en uitrusting daarop aanpassen.

In geval van omslaan moet je snel kunnen redden en gered kunnen worden. Maar je hebt ook bescherming nodig boven water tegen afkoeling door convectie en verdamping (windchill).

Kleed je daarom volgens het "ajuin of ui -principe”: de kledinguitrusting bestaat uit meerdere lagen zodat de lucht tussen de verschillende lagen voorziet in een betere isolatie en zodat je snel een laag kan verwijderen of toevoegen om zweten of rillen tegen te gaan.

Zorg dat je een set droge, warme kleding bij je hebt, en neem een thermos warme thee of koffie mee, zodat je in geval van nood zowel van buiten als van binnen snel weer op kunt warmen.

Advies

De meeste kajakvaarders gebruiken:

  • een neopreen "Long John" (dus zonder mouwen), ≥ 3 mm (maar losse neopreen broek en shirt kunnen ook)

  • een thermoshirt eronder

  • een anorak er overheen

  • een zwemvest

  • kajakhandschoenen en/of peddelmoffen

  • neopreen schoentjes


Als je ook op zee vaart is een droogpak met daaronder thermo-ondergoed een ideale (maar prijzige) oplossing.

Draag onder koude omstandigheden een hoofddeksel, want 50% van de lichaamswarmte gaat verloren via het hoofd (en dit percentage loopt nog verder op indien de rest van het lichaam goed is gekleed).

Voor de handen zijn peddelmoffen het warmst, maar sommige vaarders verkiezen neopreen handschoenen of neopreen peddelwanten die open zijn bij de palmen zodat je nog steeds grip hebt op de peddel.